Openingsinterview Mark Janssen
leestijd: 5-7 minuten


Een bloedserieuze opdracht

Door Christine Margés

Een echte ambassadeur op het gebied van Zorg en Technologie is Mark Janssen, bestuurder van het Fransiscus Gasthuis & Vlietland en vader van dochters met Instagram. Al lange tijd is hij geboeid door en betrokken bij zorgvernieuwingen. Hij droeg zijn steen bij in de ouderenzorg en was actief in de provincie Noord Holland. Dit interview vond plaats in zijn werkkamer op het ‘Innovatieplein’ in het Franciscus Gasthuis in Rotterdam. Voordat ik daar aankwam baande ik me een weg door dragers van rode klompen...

Horen rode klompen hier bij het uniform?

Juist deze dragers hebben bewezen niet ‘uniform’ maar juist eigenzinnig te zijn. Ze horen bij onze campagne ‘Wie de klomp past’. Dat onze mensen ze zelf dragen, is omdat zij bij het werven van nieuwe collega’s hebben geholpen. Konden ze de rode klomp hieraan koppelen, dan wonnen ze een paar. Het liep storm. De rode stappers komen zelfs beschikbaar als vaste werkkleding. Dat zie ik graag als een bewijs van ingebed innovatief denken. Want dát mag best uniform worden.

Eigenlijk meteen al een vorm van Anders Werken dus?

Zo zou je het kunnen zeggen. Zelf zie ik innovatie als synoniem voor ‘creativiteit mobiliseren’. Je prikkelt oplossingsgericht denken. Ideeën die structureel verschil maken, verdienen aandacht en waar nodig investering.

Hebben zorgprofessionals daar dan tijd voor?

Innoveren is eigenlijk ook ‘je werk doen’. Al doende houd je je ogen open voor wat beter kan. Zelf denk ik bijvoorbeeld na over ‘of het huis slim bezig is’. Of de OK-tijd, de dokters en de bedden optimaal worden ingezet. Een speciaal team ondersteunt dit met big data. Real time. De uitkomsten zijn soms confronterend: de kickstart voor noodzakelijk vernieuwen.

Als zorgprofessional moet je het geluk hebben de ingang tot innovatiekanalen te kennen. Ik zie bij ons verschillende mogelijkheden. Om te beginnen zijn we een topklinisch ziekenhuis. We stimuleren onderzoek en hebben beleidsmedewerkers klaarstaan voor een academie die lerende artsen, assistenten en verpleegkundigen ondersteunen. Onze vakgroepen zijn stuk voor stuk ambitieus. Onlangs bedacht een van onze aio’s een VR bril (virtual reality, red.) als oplossing voor het ongemak dat patiënten voor en na een IC-opname ervaren. Het bleek dat zij psychologisch gebaat zijn bij een duidelijke ‘look and feel’ van de IC. Met de bril raakten zij wegwijs en dit maakte hen rustiger, wat weer bijdraagt aan een beter herstel. Zo’n innovatief succes stimuleert de collega’s. We dagen overigens niet alleen de professionals uit. We hebben ‘Jong Franciscus’ en ook de kinderraad, die blootlegt bloot wat volwassenen niet (meer) zien.

Soms lijkt het of echt álles verandert..

Volgens mij blijft het basisproces hetzelfde. Iemand heeft een zorgvraag en komt bij de zorgverlener. Die stelt een diagnose, er komt een behandelplan of interventie en daarna blijkt in hoeverre hij genezen is. Dan volgt eventueel de nazorg. Het één op één contact staat in dit proces onder druk. Hoe de zorg verleend wordt, moet daarom anders. Als middelen en locatie(s), snel of tegelijkertijd veranderen, kan dit bij de zorgprofessionals extra werkdruk opleveren. Of ze krijgen een murw gevoel, zoals in reactie op de toegenomen bureaucratie (moeten we nou ook nog gaan innoveren?). Mijn antwoord daarop is: Innovatie brengt oplossingen die jou als professional helpen om het onvervangbare persoonlijke mensenwerk goed te kunnen doen. Dus ja, we opereren met de robot en zetten meer en meer andere technologie in. Maar al staat hij op grotere afstand van de patiënt, het is nog steeds de chirurg die het verschil maakt.

Kan elke zorgprofessional wat met innovatie?

Zeker is dat niemand eraan ontkomt. Eén op de zeven mensen in Nederland werkt in de zorg- en welzijnssector. Vroeg of laat heb je er als zorgverlener, patiënt of naaste mee te maken. En dan ga je er wat van vinden. Het kan sneller, goedkoper, beter geregeld worden. Dat deze radertjes bij zoveel mensen draaien, levert een schat aan verbeterpunten op. Het is de kunst om te bepalen wat de zorg werkelijk en structureel helpt. Wat prioriteit verdient. Een pittige, maar essentiële verantwoordelijkheid van zorgbesturen en professionals.

Praten die zorgbesturen met elkaar?

Uiteraard. De personeelstekorten raken de zorgkwaliteit en samenwerken is naast keuze nu een must. Neem één van onze grootste problemen: de allocatie. Momenteel liggen teveel ouderen in ziekenhuizen die daar niet meer horen. Dit komt omdat er te weinig thuiszorgpersoneel beschikbaar is of dat er niet voldoende plaatsen in verpleeghuizen zijn. Voorafgaand aan dit interview zat ik (M.J.) met twee VVT organisaties, twee ziekenhuizen, Havenue en Philips aan tafel. Regionaal opschalen en delen van capaciteiten blijkt één van de antwoorden. Met snelle technologie alle beschikbare plekken in beeld krijgen. Van daaruit patiënten over de regio verspreiden. Rond kinderzorg gebeurt dit al en dat moet bij meer patiëntencategorieën kunnen.

Wat zit innoveren in de weg?

Eerder gemaakte afspraken. Processen die niet altijd efficiënt maar wel ingesleten zijn. Het voorbeeld van regionaal opschalen blijft bijvoorbeeld haken achter de randvoorwaarden voor regionale uitwisseling. Ofwel, het hete hangijzer ‘informatiestromen’. Onze wens is om met PGO’s (Persoonlijke Gezondheids Omgeving) te gaan werken. Als een patiënt gegevens kan (laten) inzien, kan zorg immers efficiënter geboden worden. Velen zijn dat eens, maar dit regel je niet zomaar even. Vanuit mijn rol als voorzitter van de ICT Adviesraad, probeer ik toch om de medische gegevens met huisartsen en de VVT te stroomlijnen. Wij willen het regionaal standaardiseren. De AVG wetgeving en het bereiken van bestuurlijk commitment bezien en benaderen we sámen. Ook techniek versus ethiek houdt me bezig. We zien dat robots lichamen verkennen als supernauwkeurige artsen, en maken -kleinschaliger- de ‘slimme weegschaal’. Als de patiënt diens diagnoses of signalen negeert, wie is dan verantwoordelijk? Grote concerns zien risico’s voor de claimcultuur die we van Amerika kennen. Innovatie is steeds weer de vraag: het lost wat op, maar creëert het ook een nieuw probleem? Toch vind ik dat geen reden tot terughoudendheid. Het komt aan op volharding.

Dus innovatoren zijn vooral doorzetters?

Jazeker, plus mensen die bereid zijn om volledig open en transparant te werken. Wij keken eerder al naar de schaamtecultuur in de zorg en zien nu dat de verbetercultuur leeft. Dat klinkt vrolijk, maar dit vraagt om individueel lef. Kan je ergens aan beginnen en het toegeven als je ernaast zat? Het lukt hier gelukkig steeds beter, omdat we zien dat missers de brandstof zijn voor latere treffers. Dit zullen ervaren innovatieprofessionals beamen: er is geen verbetering mogelijk zonder eerst een paar keer te falen.

Praten we in 2030 nog over Anders Werken?

Ik hoop dat het dan volkomen normaal is, dat zorgprofessionals met de boodschap ‘sta altijd open voor verbetering’ opgeleid worden. Dat juist hierin de motivatie schuilt om voor de zorg te blijven kiezen. Zo beschouwd kunnen zorgverleners dicht bij zichzelf blijven: beter willen maken zat altijd al in ons. Terug naar de toekomst: de patiëntreis wordt leidend, zoals klantreizen dat nu al in het bedrijfsleven zijn. Zorgprofessionals zullen doorgaan met expertises bundelen. Samen investeren ze in onderzoek, technologie en communicatie. Ze zullen de verbinding met naasten uitbreiden en als inclusief zorgteam met innovatie bezig blijven. Anser, het samenwerkingsverband voor prostaat-operaties laat dit al zien. En bij de spoedzorg bepaalt de gebleken patiëntbehoefte aan psychische sociale hulp straks, dat er bij de HAP ook welzijns- en maatschappelijk werk beschikbaar komt.

De hele Nederlandse zorg is dus in transitie.
Doet Rotterdam Rijnmond het goed?

We staan aan de vooravond van een nieuwe cultuur en infrastructuur. Dit is voor heel deRotterdamseZorg relevant. Ik voel trots bij alle mensen die Anders werken zien als opdracht aan zichzelf en niet als project vanuit management of bestuur. Daarom volg ik Word VerN!EUWert en vergelijkbare initiatieven graag. Wat ik bij de rode klompen zag gebeuren, getuigt ervan dat het Rotterdamse zorghart klopt en dat creativiteit ons altijd verbindt. Laten we dat in de hele regio gebruiken. Het is geen keuze, maar de bloedserieuze opdracht die de overheid, de zorgverzekeraars en vooral de inwoners van deze regio ons geven.