Tilly van den Bout over hoe werkplekleren zich uitbreidt


Nog lang niet uitgeëvolueerd!

Tilly van den Bout is sectorhoofd bij het Erasmus MC. Het ziekenhuis heeft in mei 2018 de nieuwbouw in gebruik genomen. Dat was de gelegenheid opnieuw te kijken naar hoe de leerunit op de nieuwe werkplek kon worden vormgegeven.

Het heeft zich doorontwikkeld tot werkplekleren. Ook de zorgkern Beweging ( traumatologie, plastische chirurgie en orthopedie) en de afdeling gynaecologie/urologie begeleiden stagiaires volgens dit concept.

Ingegeven door de positieve ervaringen zal in februari ook de afdeling oncologie ermee van start gaan.

Eén op één

‘De nieuwbouw hield in dat we met eenpersoons kamers gingen werken. We moesten iets bedenken om de begeleiding vorm te geven. Eerder was de leerunit gesitueerd op 1 gang met drie 4-persoonskamers en twee 1-persoonskamers. Daar werkten een aantal stagiaires onder begeleiding van 1 of 2 verpleegkundigen, afhankelijk van de dienst. Nu heeft elke verpleegkundige een stagiaire bij zich, zowel in de dag- als in de avonddienst. Er wordt één op één begeleid tot grote tevredenheid van beide partijen.

Handen op de rug

De begeleiding is gericht op vergroten van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. De stagiaire begint met de zorg voor 1 patiënt en breidt dit in de loop van de stage uit. De verpleegkundige begeleidt met de handen op de rug. De stagiaire geeft aan waar en wanneer er hulp nodig is.



Behoefte aan scholing

De studenten hebben naast deze praktijkervaring twee middagen in de week onderwijs. Wanneer het enigszins mogelijk is schuiven verpleegkundigen aan bij de lesmomenten. Zo komt het geregeld voor dat de lerende en de ervarene zich samen buigen over een casus. Naast een vast onderwijsprogramma is er dus zeker ook ruimte voor intervisie. ‘We zien bij verpleegkundigen echt een behoefte aan scholing, bijleren, ontwikkelen’.

We zien dan ook dat het animo om aan onderwijs te blijven deelnemen groot is. Verpleegkundigen geven aan dat ze zelf veel uit de één op één begeleiding halen. Het ontlast hen in zekere zin en ze houden wat tijd over om iets op te zoeken of na te lezen.

Gelijkwaardig bijdragen

Op de vraag wat Tilly voorziet voor de komende jaren, spreekt ze vooral haar hoop uit. De interactie tussen verpleegkundige en stagiaires moet doordacht, toekomstbestendig ingericht worden. Ze zou graag zien dat literatuuronderzoek meer ruimte krijgt voor gediplomeerde verpleegkundigen. Op die manier kunnen zij gericht en gelijkwaardig bijdragen aan kwaliteitsverbetering. Ze benadrukt dat dit zeker niet alleen voor academische ziekenhuizen geldt.

‘De hele gezondheidzorg heeft te maken met hoge turnover en toenemende complexiteit. Hierin hebben verpleegkundigen een sleutelrol. Zij moeten in staat zijn zich blijvend te ontwikkelen. Deze functie is nog lang niet uitgeëvolueerd!’